AMSTERDAM – De eerste Toelatingsdag van 2015. Storm liep het ditmaal niet, zoals dat een jaar eerder wél het geval was. Met een drietal nieuwe machines en een tiental belangstellenden is het verhaal wel verteld. Toch, als service aan het demoracende publiek, had Sam besloten om óók dit jaar drie toelatingsdagen te organiseren, bij motorzaken in drie verschillende uithoeken van het land. Dit zijn de momenten waarop nieuwe aanmelders hun motoren kunnen laten beoordelen. Zijn ze opgebouwd in overeenstemming met de reglementen? Kloppen de opgegeven bouwjaren, hoe is het met de ‘uitstraling’? Deze eerste dag vond plaats in de werkplaats van Motortoer, het bedrijf van SAM-coureur Ted Haanappel. De drie nieuwe SAM-rijders waren na afloop over het algemeen opgelucht.
V.l.n.r Gert Heideveld, Jean Paul en Dimitri Palmbergen, Evert Welvaart, Wido de Vries, Gerrit Bekker.
Gert Heideveld, de kakelverse voorzitter van de in de winterperiode opgefriste SAM-Toelatingcommissie, heeft de zaken in de hand. “Intussen ben ik ingewerkt. Het is af en toe nog even wennen aan de communicatie. Hoewel zo goed als alle informatie te vinden is op de SAM-website, bellen veel mensen liever even op. Ja, dan lees ik voor wat er op de site en in de regelementen staat. Zouden ze zelf ook kunnen nalezen, als ze even de moeite namen. Tja!”
Ted Haanappel van Motortoer (rechts) druk in gesprek met de pre-1965-mannen.
Wido de Vries, sinds het begin van het toelatingsproces al lid van de commissie: “Waarom maken we op de website niet een extra tabblad met ‘downloads’? Dat zie je op veel websites. Zet daar dan alle reglementen en documentatie op. Misschien maakt dat de informatie toegankelijker.”
Een goed voorstel, dat de webredactie zal ‘meenemen’. Intussen zijn er na elkaar enkele machientjes binnengereden, 50 tot 125 cc’tjes. Kurt Bracke komt met een 60cc Kreidler en zijn maat Arno Bouman biedt een Honda MT 125cc aan. Ze krijgen van commissielid Evert Welvaart de opdracht de digitale tellertjes van het dashboard te verwijderen. “Eerder geven we ze geen toelatingsticker,” zegt hij. “Dit soort apparaatjes kan je gebruiken om tijdens het rijden je rondetijden uit te lezen. Dit gaat in tegen het reglement. Dat verbiedt analoge of digitale tijdmeting bij het rijden van regelmatigheidsdemo’s.”
Bracke en Bouman zijn het er niet mee eens. “We hebben ze geplaatst als toerenteller en om het aantal draaiuren van de motor in de gaten te houden. Hoe moeten we nu weten hoeveel toeren we draaien? Dat komt heel nauw hoor, bij een tweetakt die zo’n 15 duizend toeren kan maken!”
Gerrit Bekker is namens het team van de technische keurmeesters aanwezig bij de toelatingsdag. Zo kan hij alvast tips geven over de zaken waarop wordt gelet bij de technische controle. Hij kan zich wel vinden in het standpunt dat de commissie inneemt over de digitale metertjes. “Haal dat ding er nou maar af, al ben je niet van plan ze te gebruiken als laptimers. Je voorkomt een hoop tijdrovende discussie bij de technische controles die ’s ochtends vroeg voorafgaan aan de demo’s. Als het gaat om het tellen van de motoruren kan je hem ook wel ergens onder het zadel monteren. En erg pre-1987 is zo’n digitaal klokje evenmin!”
Behalve het commentaar op de digitale apparaatjes krijgen Bracke en Bouman de tip dat de rijnummers en nummerborden ovaal en van de juiste afmetingen dienen te zijn. Dat is relatief eenvoudig te realiseren. Ze leggen zich neer bij de adviezen van de commissie.
Dat doet ook de jonge Jean Paul Palmbergen. Hij laat zijn Honda NS50F schouwen. Een leuk ogend machientje, dat bij nadere beschouwing nog wel wat TLC (tender loving care)nodig heeft. Niets schokkends, maar hij krijgt opdracht om goed te kijken naar de ophanging en de borging van diverse onderdelen. Zijn vader Dimitri: “Met een beetje begeleiding van mij heeft Jean Paul alles zelf opgebouwd. We zijn nog lang niet klaar, maar in grote lijnen staat de motor er zoals hij gaat worden, met een leuk stuurkuipje, racezitje, enzovoorts.” En het motorblokje? “Nog steeds 50cc, maar gruwelijk getuned natuurlijk!” zegt Jean Paul. Dat gaat zeker in orde komen.
Naast mensen die een motor ter schouwing aanbieden is er de nodige belangstelling van anderen. Dirk Klein organiseerde voor de HIBRA-TT vorig jaar september een pre-1965-klasse, waaraan meer dan twintig rijders en motoren deelnamen. Bij Motortoer loopt hij binnen met enkele van zijn maten, waaronder de Trabantbakkenist Dirk Kruijt.
“Dat is ons in Aalsmeer goed bevallen vorig jaar,” zegt Klein. “Het leuke is dat we als groep eens bij elkaar kunnen rijden, met alle cilinderinhoudsklassen door elkaar, maar wel allemaal met machines gebouwd vóór 1965.”
Niet alleen de motoren, maar ook de coureurs zijn vaak van voor 1965. Dirk Klein: “Sommigen zijn al over de tachtig, zoals Leen Rehorst, of Cas Swart. En vaak hebben ze een zeer roemrucht motorsportverleden. Cas was meermalen Nederlands wegracekampioen in de jaren zestig.”
De veteranengroep gaat in 2015 drie tot vijf keer een optreden verzorgen tijdens SAM-racedemo’s. De definitieve afstemming hierover vindt de komende weken plaats. “Het is jammer dat zoveel van de verhalen van deze mannen en deze motoren straks verdwijnen in de mist van de geschiedenis!” zegt Dirk Klein.
Daar is iets op te verzinnen. De SAM-redactieleden spreken direct af dat ze er tijdens de desbetreffende evenementen op uit gaan om ter plaatse de heren te ondervragen. Eindresultaat misschien een boekje.
SAM bedankt Ted Haanappel en zijn collega’s van Motortoer Amsterdam van harte voor de getoonde gastvrijheid. De koffie van Segafredo was weer best!
No Comments